volgende
=>
Staal spelling - groep 7 blok 1 blz 14
Schrijf het woord op.
heeft - heeft - is - zijn - gezwommen - gehad - geleerd - gefotografeerd
Op Aruba
Johan zijn eerste duikles
.
De instructeur
hem
rustig met de duikfles te ademen.
Onder water
Johan naar twee grote schildpadden
.
Met zijn onderwatercamera
ze prachtig
.
Schrijf de woorden uit de zinnen in de goede kolom.
1. Meneer Jansen is een leuke scheikundige.
2. Hij doet vaak een leuk experiment.
3. Meneer Jansen tekent de interessantste moleculen.
4. Door zijn tekening snap ik de chemische structuur!
werkwoord
lidwoord
bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
1.
-
2.
3.
-
4.
-
Maak van de zin een vraagzin in de
tegenwoordige tijd
en een uitroep in de
tegenwoordige tijd
.
De auto stopte.
Hij deed het goed.
Wij gingen terug.
Job liep door.
?
?
?
?
!
!
!
!
controleer
Hint
OK
volgende
=>